
De actieve werkbalk aanpassen
De actieve werkbalk biedt snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat u een afbeelding
of videoclip opneemt. De opname-instellingen worden
opnieuw op de standaardwaarden ingesteld wanneer u de
camera sluit.
Selecteer
Menu
>
Toepassingen
>
Camera
.
Voeg een item op de werkbalk toe of verwijder een item van
de werkbalk door >
Werkbalk aanpassen
te selecteren
en een van de volgende opties te kiezen:
of
—Schakel tussen de video- en afbeeldingsmodus.
—
Selecteer de scène.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
103

of — Geef het zoekraster weer of verberg het (alleen
afbeeldingen).
—
Hiermee activeert u de zelftimer (alleen foto's).
—
Activeer de reeksmodus (alleen afbeeldingen).
—
Open
Foto's
.
—
Selecteer een kleureffect.
—
Hiermee past u de witbalans aan. Hiermee
selecteert u de huidige belichtingssituatie. Met
behulp van deze optie kunt u de kleuren van de
camera nauwkeuriger instellen.
—
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen foto's). Als u een opname maakt van een
donker onderwerp tegen een zeer lichte
achtergrond (zoals sneeuw), stelt u de belichting
in op +1 of +2 om de helderheid van de
achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of -2
voor lichte voorwerpen tegen een donkere
achtergrond.
—
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
foto's). Hiermee verhoogt u de lichtgevoeligheid
bij weinig licht om de kans op te donkere en vage
foto's te verkleinen. Door de lichtgevoeligheid te
verhogen wordt mogelijk ook de beeldruis
versterkt.
—
Hiermee past u het contrast aan (alleen foto's).
Pas het verschil aan tussen de lichtste en
donkerste delen van de foto.
—
Pas de scherpte aan (alleen afbeeldingen).
De schermweergave wordt aangepast aan de nieuwe
instellingen die u opgeeft.
Het opslaan van een gemaakte foto kan langer duren als u de
instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
De opname-instellingen zijn specifiek voor de
opnamemodus. De gedefinieerde instellingen worden niet
opnieuw ingesteld als u schakelt tussen de modi.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de opname-
instellingen vervangen door de geselecteerde scène. U kunt
de opname-instellingen desgewenst wijzigen nadat u een
scène hebt geselecteerd.