
Apparaten koppelen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Bluetooth
.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
79

Als u compatibele apparatuur aan uw apparaat wilt koppelen
en uw gekoppelde apparatuur wilt weergeven, opent u het
tabblad
Gekoppelde apparaten
.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1 tot
16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat
af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder
gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in
de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig
gebruik.
1 Als u een apparaat wilt koppelen, selecteert u
Opties
>
Nw gekoppeld apparaat
. Apparaten die binnen het
bereik vallen worden weergegeven.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Hetzelfde wachtwoord moet ook op het andere apparaat
worden ingevoerd.
3 Sommige audioaccessoires worden na het koppelen
automatisch met uw apparaat verbonden. Als dat niet
het geval is en u wilt met een accessoire verbinden,
selecteert u
Opties
>
Verb. met audioapparaat
.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool
in de lijst met apparaten.
Als u een apparaat als geautoriseerd of niet-geautoriseerd
wilt instellen, kiest u een van de volgende opties:
Geautoriseerd — Verbindingen tussen uw apparaat en het
geautoriseerde apparaat kunnen worden gemaakt zonder
dat u het weet. U wordt niet gevraagd de verbinding goed te
keuren of te accepteren. Gebruik deze status uitsluitend voor
uw eigen apparatuur, zoals uw compatibele headset of pc, of
voor apparaten die toebehoren aan iemand die u vertrouwt.
verwijst naar geautoriseerde apparatuur in de weergave
voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd — Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Als u een koppeling met een apparaat wilt annuleren,
selecteert u
Opties
>
Verwijderen
.
Selecteer
Opties
>
Alle verwijderen
als u alle koppelingen
wilt annuleren.