
Netwerkinstellingen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Netwerk
.
Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en
UMTS-netwerken. GSM-netwerken worden aangeduid met
. UMTS-netwerken worden aangeduid met
.
Een actieve HSDPA-verbinding (high-speed downlink packet
access) (netwerkdienst) wordt aangeduid met
.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Netwerkmodus — Selecteer welk netwerk u wilt gebruiken.
Als u
Dual mode
selecteert, wordt het GSM- of UMTS-netwerk
automatisch geselecteerd op basis van de
netwerkparameters en de roaming-overeenkomsten tussen
de serviceproviders. Neem contact op met uw
netwerkprovider voor de details en kosten van roaming. Deze
optie wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund
door de serviceprovider.
Een roaming-overeenkomst is een overeenkomst tussen
meerdere serviceproviders die gebruikers van verschillende
netwerken in staat stelt om gebruik te maken van de
diensten van andere serviceproviders.
Operatorselectie — Selecteer
Automatisch
als u wilt dat
het apparaat een beschikbaar netwerk zoekt en selecteert of
Handmatig
als u handmatig een netwerk wilt selecteren. Als
de verbinding met het handmatig geselecteerde netwerk
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
71

verloren gaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd
opnieuw een netwerk te selecteren. Het geselecteerde
netwerk moet een roaming-overeenkomst met uw eigen
netwerk hebben gesloten.
Weergave info dienst — Stel het apparaat zodanig in dat
wordt aangegeven wanneer het apparaat gebruik maakt van
een mobiel netwerk op basis van de MCN-technologie (Micro
Cellular Network) en om de ontvangst van relevante
informatie te activeren.